hendri van der putten, inleiding
Van Co Westerik leerde ik “goed kijken” en daarmee bedoelde hij het zorgvuldig en zinnelijk aftasten van datgene waar je naar keek.
Het begon met het goed kijken naar landschappen, ik maakte tekeningen met notities erbij over kleur in schetsboekjes, formaat ansichtkaart, en in het atelier maakte ik daarna kleine schilderijen. Reizen o.a. naar Spanje, Cuba, Indonesië en Groenland.
Atelier in Den Haag.
In Groenland was ik in 1973 en 1975. De eerste reis leverde terug in Nederland een serie kleine landschappen met ijsbergen in fjorden op. Mijn tweede reis bestond uit een verblijf van 6 weken op het eiland Umanak. Eind mei: de fjord is nog bevroren, maar de dooi treedt dan in met mistflarden die het zicht belemmeren, terwijl het dag en nacht licht is. Het lange kijken in de mist in een poging te zien wat ik eerder zag brengt me terug in Nederland tot het maken van schilderijen, waar nog delen van het landschap te zien zijn, maar ik begin dan te beseffen, dat ik een schilderij wil maken dat de ervaring van het kijken in de mist laat zien. Schilderijen van groot formaat (200x200 en 200x300cm) worden in de komende jaren (1973-1978) over deze ervaring gemaakt.
Daarna is het voorbij met het schilderen van landschappen. In New York worden foto’s van barsten in stoeptegels gemaakt. Atelier in Amsterdam.
Op rondreis door Mexico en Arizona worden in snelle lijnen notities gemaakt van wat het oog oppikt uit de snel wisselende beelden. boekje: Onderweg (1981)
Terug in het atelier in Amsterdam worden snelle schetsen gemaakt van journaalbeelden en bewegingen in films worden genoteerd. boekje: Vluchtig (1983)
Na een reis naar China en Japan (1985) worden van een meegenomen scherf honderden tekeningen gemaakt van het silhouet van de scherf en de schaduw ervan.
boekje: it’s only (1987) engelse teksten, gelezen op tasjes en teeshirts in Japan.
boekje: te voorschijn/EMERGENT (1988)
Huis in Vlissingen.
Tekeningen van silhouetten met schaduwen en kleine sculpturen van schaduwen bijvoorbeeld van een doos of van een sinaasappel.
Schilderijen over kijken en vergeten/herinneren (zgn. letterschilderijen) (1989 en later)
en kijken naar monochroom (1990-1993).
In 1993 gevallen, en 3 maanden in ziekenhuis. Atelier naar Rotterdam.
Kleine digitale camera. (zie foto’s)
Ik loop ter revalidatie elke dag langs de Maas of in Vlissingen langs de Schelde.
Op een keer, als een boot met fel gekleurde containers voorbij komt verbaas ik me, dat de kleuren altijd “kloppen” als ik er naar kijk: de kleur van de containers, van lucht en water, ze “vloeken” nooit met elkaar. Ik vraag me af of dat ook voor een schilderij geldt.
Dat is het uitgangspunt voor de streep- en focus-schilderijen (vanaf 1995). (zie schilderijen)
In 2003 start het schilderproject “een gaat - een komt” (zie een gaat - een komt)
boekje: een gaat - een komt , 2003
boekje: een gaat - een komt , 2003-2013
Ruimtelijke tekeningen in zilver vanaf 2005, het worden sieraden. (zie sieraden)
Kleine weefsels voegen daar kleur aan toe.
Beukjes worden vanaf 2007 gemaakt (zie beukjes).